Het masker valt al snel; Google laat zijn ware gezicht zien -column-
Ik wil graag zelf de weg vinden, maar dat lukt niet altijd. Dat betekent: mijn telefoon pakken en ben ik heel blij dat Google Maps bestaat.
Op de achtergrond sluimert het ongemak over de macht van de techmoloch die zo riant wordt gevoed met onze data. Dat met camera’s opgetuigde autootje dat de paden op, de lanen in ging van de hele wereld, gretig foto’s verzamelde van elk hoekje aarde. De inherente data-extractie, privacyschending en massasurveillance.
Maar de bezwaren en waarschuwingen (tegen Maps en al die andere Google-functies) hadden ook iets theoretisch. En het gemak is zo enorm. Don’t be evil, was lang een van Googles leidende slogans. Wat een marketing.
Zie Googles onmiddellijke aanpassing van hun alom geraadpleegde kaart toen Trump vond dat de Golf van Mexico tot Golf van Amerika omgedoopt moest worden. Uit de veelgebruikte Google Calendar zijn Black History Month en Pride Month geschrapt. Ondertussen haalde het bedrijf het verbod op militaire doeleinden uit zijn AI-richtlijnen, zoals het jaren geleden al het ‘wees niet slecht’-adagium schrapte.
Wat hadden we eigenlijk verwacht? Google is geen persbureau met ethische principes (AP houdt het bij de internationaal erkende naam van de Golf en werd dinsdag uit het Witte Huis geweerd), het is een commerciële onderneming die handelt uit eigenbelang. Maar die ondertussen wel beknellend diep in ons leven is geïntegreerd.
En nu komt de rekening die we allang hadden kunnen zien aankomen. Hoe moeten techconsumenten (u, ik en ongeveer iedereen) zich daartoe verhouden? Maps, mail en zoekresultaten boycotten?
Wat we nodig hebben, is een machtige partij die voor onze belangen kan opkomen. Eentje waar de techbedrijven en Trump een grote hekel aan hebben, en die helaas met een flink marketingprobleem kampt. De EU is onze beste kans op een uitweg.
Alles bij de bron; Trouw