Opinie: onze verkiezingen en Big Tech
Big Tech moest zich onlangs melden bij platformtoezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM). Het onderwerp? De bescherming van onze verkiezingen. Evelyn schreef er onderstaande opinie over, die op 17 september in de Volkskrant verscheen.
In een dertien-in-een-dozijn vergaderzaal nabij Den Haag Centraal schoven – naast Big Tech en de ACM zelf – ook andere toezichthouders, adviesorganen, maatschappelijke organisaties en universitair onderzoekers aan.
Allen maken zich zorgen. Want ondanks de wettelijke verplichtingen en de beloften van Big Tech, zijn er op hun platformen nog altijd volop problemen met de betrouwbaarheid van informatie en bescherming tegen verkiezingsbeïnvloeding.
Dat is erg, want sociale media zijn voor heel veel mensen dé manier om op de hoogte te blijven van wat er speelt. En terwijl het steeds moeilijker wordt om onderzoek te doen naar Big Tech, blijven de signalen komen dat deze bedrijven een ontwrichtende impact hebben op samenlevingen. Het is inmiddels goed gedocumenteerd: het versterken van haat tegen de Rohingya in Myanmar, de betrokkenheid bij de genocide in Ethiopië, of het verspreiden van Israëlische propaganda bedoeld om de hongersnood in Gaza te verdoezelen.
Dichter bij huis onderzoekt de Europese Commissie de rol van TikTok bij het promoten van een extreemrechtse politicus in Roemenië. Haar onderzoek naar de beïnvloeding van Europese verkiezingen door X moet nog worden afgerond, maar ook dat ziet er niet rooskleurig uit.
Dat brengt ons terug bij die bijeenkomst in Den Haag. Hoe belangrijk ook, het is niet realistisch om te verwachten dat die bijeenkomst iets gaat betekenen voor de aankomende verkiezingen. Al is het maar omdat de dominantie van de weinige platformen die er zijn, een goed functionerend en pluriform publiek debat vrijwel op voorhand al onmogelijk maakt. Maar het samenkomen onder dat systeemplafond was wel op een andere manier heel waardevol. Het illustreerde namelijk heel goed hoe grote techbedrijven de kosten van hun grenzeloze en immorele winstbejag afwentelen op de samenleving.
Stel je het voor. Aan tafel een paar woordvoerders van Big Tech, werkzaam voor de meest winstgevende bedrijven ter wereld, in handen van de rijkste mannen die de mensheid ooit heeft gekend. Ook aan tafel, en misschien wel met twee of drie keer zoveel, de organisaties die zich bezighouden met het opruimen van de schade die Big Tech aanricht. Die laatste groep betaald door ons, burgers: toezichthouders met belastinggeld, en organisaties zoals Bits of Freedom bekostigd door donateurs.
Een treffender plaatje heb ik in tijden niet gezien van de private baten enerzijds, in handen van the few, en de maatschappelijke kosten anderzijds, op de schouders van de velen. En dan was er nog een grote kostenpost afwezig: de rechtsgang.
In het kleine Nederland alleen al worden er op dit moment minstens elf rechtszaken gevoerd tegen Big Tech. Waaronder die van ons. Bits of Freedom wil dat Meta zich aan de wet houdt en gebruikers de mogelijkheid geeft om zelf te bepalen welke informatie ze voorgeschoteld krijgen. Een simpele verplichting, maar toch is er een rechter én een organisatie als de onze voor nodig om Meta zich aan de wet te laten houden.
De zitting is maandag. Meta wordt vertegenwoordigd door het Zuidas-kantoor De Brauw Blackstone Westbroek. Zij zijn onder andere gespecialiseerd in het verdedigen van Big Tech in zaken aangespannen door maatschappelijke organisaties. In de Verenigde Staten heeft een rechter Meta en een van haar advocatenkantoren een boete opgelegd van bijna een miljoen dollar voor ‘vertraging, misleiding en frivole argumenten […] in een poging de rechtsgang onnodig ingewikkeld en duur te maken voor de eisers’.
Ook wij moeten voorbereid zijn op dat soort tactieken. En dat kan alleen met advocaten die, je raadt het al, niet bepaald goedkoop zijn. Is het geld van onze donateurs aan deze rechtszaak goed besteed? Dat zeker. Is het een schande dat het nodig is? Absoluut.
Maar na een goed decennium aan ontwrichtende impact op het publieke debat, is de trieste conclusie misschien wel dat er weinig is dat Big Tech kan doen om onze verkiezingen te beschermen, ook al zou ze willen. En dat wat de platformen wél kunnen, laten ze na.
Daarom moeten wíj iets doen: weigeren deze platformen nog langer hun gang te laten gaan.