Zorgen over cameratoezicht tijdens demonstraties: ‘Bang voor gevolgen’
Het recht op demonstratie is een grondrecht en is een belangrijk onderdeel van een vrije democratie en dat staat in Nederland onder druk, zeggen Amnesty International en Bits of Freedom in gesprek met NU.nl. Dat komt doordat de politie met camera’s steeds “intensiever” en “intimiderender” toezicht houdt op demonstraties. Doordat mensen weten dat ze in beeld zijn, voelen ze zich minder vrij om te demonstreren, stellen de organisaties.
Als het aan het CDA en de VVD ligt, wordt dat cameratoezicht tijdens demonstraties verder geïntensiveerd. In een motie vroegen de partijen om te onderzoeken of de inzet van gezichtherkennende camera’s bij demonstraties kan worden uitgebreid. De motie werd met een nipte meerderheid aangenomen.
Maar de inzet van camera’s met realtimegezichtsherkenning is volgens professor techniekfilosofie Marjolein Lanzing van de Universiteit van Amsterdam een no-go. “Dat soort camera’s vormen een enorme inbreuk op de privacy en de vrijheid van mensen en zijn daarom verboden onder de nieuwe Europese AI-wet die vorig jaar is ingegaan.”
“Mensen moeten zich vrij voelen om te demonstreren, dat is immers een grondrecht.”, zegt een woordvoerder van de Autoriteit Persoonsgegevens.
“Wij maken ons al langer zorgen over de inzet van gezichtsherkenningstechnologie en andere surveillancetools tijdens vreedzame demonstraties”, zegt een woordvoerder van Amnesty International. “Het is onduidelijk wat er met deze data gebeurt.”
“Mensen gaan zich anders gedragen als ze weten dat ze in beeld zijn”, stelt Rejo Zenger van Bits of Freedom. “Ik ken mensen die niet deelnemen omdat ze bang zijn voor de gevolgen op de lange termijn. Maar ook mensen die voor een demonstratie hun socialemedia-accounts leeghalen, zodat daar geen beeldmateriaal staat dat vergeleken kan worden met gezichtsherkenningssoftware.”
“Het is schadelijk als niet iedereen zijn stem durft te laten horen en als het aantal mensen dat bereid is om te demonstreren afneemt uit angst voor camera’s”, vindt assistent-professor Lanzing. “Iedereen moet zich vrij voelen om kritiek te leveren. Het zijn vaak juist ook kleinere groepen met afwijkende meningen die tijdens demonstraties de kans krijgen zich te laten horen. Dat is belangrijk voor onze democratie.”
De Autoriteit Persoonsgegevens wijst daarnaast op het risico dat met er met gezichtsherkenning fouten worden gemaakt en dat mensen verkeerd worden herkend. “De techniek is niet feilloos. Dat hebben vele incidenten in het verleden laten zien.”
Hoewel de politie geen camera’s met gezichtsherkenning mag inzetten tijdens demonstraties, mogen opgenomen beelden volgens Lanzing wel achteraf worden geanalyseerd met gezichtsherkenningssoftware. “De politie heeft een database met beelden van mensen die al een keer verdacht van of veroordeeld zijn geweest voor geweldsmisdrijven.”
Maar zo’n vergelijking moet volgens Lanzing wel gerechtvaardigd kunnen worden. “Een zwaar geweldsdelict tijdens een demonstratie zou een reden kunnen zijn om beelden van verdachten te vergelijken met de database die de politie al heeft.”
De gezichtsherkenningstechnologie wordt volgens een woordvoerder van de politie niet ingezet om deelnemers aan demonstraties te identificeren. “Maar als een demonstrant een strafbaar feit of een misdrijf pleegt door bijvoorbeeld een steen te gooien naar de politie, kan een opsporingsonderzoek worden ingesteld. Daarbij kan de database worden ingezet. Maar dat gebeurt dan dus achteraf. De camera’s zelf beschikken niet over deze technologie.”
Alles bij de bron; NU