Generatiekloof zichtbaar in denkwijze over online privacy

Je leeftijd blijkt een cruciale rol te spelen in hoe je denkt over online privacy. Uit een Europees onderzoek komt een zichtbare generatiekloof naar voren: jongeren kijken heel anders naar het delen van data dan ouderen.

De enquête, gehouden onder tienduizend Europeanen, laat zien dat bijna veertig procent van Gen Z sociale media vertrouwt met hun data, tegenover slechts twaalf procent van de babyboomers.

Een even grote Gen Z-groep spreekt zijn vertrouwen uit in de overheid, tegenover 66 procent van de babyboomers. Opvallend is dat Nederlanders over het algemeen meer op de overheid vertrouwen dan burgers in andere landen; hier vertrouwt 58 procent van de jongeren en zelfs 82 procent van de babyboomers de overheid met hun data.

De bereidheid van jongeren om gegevens te delen komt grotendeels voort uit een praktische afweging: gemak wint het vaak van privacyzorgen.

De definitie van wat dan privé is, verschuift eveneens tussen de generaties. Ouderen maken zich vooral zorgen om harde data zoals hun telefoonnummer, inloggegevens of medische dossiers. Jongeren leggen de nadruk daarentegen op andere, meer contextuele gegevens, zoals de bescherming van hun genderidentiteit, de inhoud van hun digitale winkelwagentje en de gespreksgeschiedenis met AI-assistenten.

De snelle opkomst van kunstmatige intelligentie maakt de discussie over data urgenter. In beide groepen heerst er een breed gevoel van ongemak over het gebruik van persoonlijke data om AI-modellen te trainen.

Alles bij de bron;  Bright