Coronawet zet alle democratische principes op hun kop

Kabinet en parlement willen snel een noodwet tegen de coronacrisis aannemen. Maar de wet schiet door, in een rechtsstaat breekt nood nou juist géén wet…

…De instrumenten waarmee we nu het virus aanpakken voldoen niet. Het halfbakken stelsel van de Wet publieke gezondheid en de Wet veiligheidsregio’s geeft het noodbestuur sinds een half jaar in handen van de minister en de voorzitters van de veiligheidsregio’s. Dat levert een democratisch tekort op – parlement noch gemeenteraad zijn erbij betrokken – en grondrechtelijke problemen. 

…Op basis van die Grondwet ontwikkelde de Hoge Raad in de afgelopen anderhalve eeuw een principiële jurisprudentie die zegt dat het parlement altijd inhoudelijk betrokken moet zijn bij het vaststellen van belangrijke vrijheidsbeperkende regels (het legaliteitsbeginsel) en dat het parlement dat recht niet uit handen kan geven of kan worden afgenomen (het primaat van de wetgever).

Het voorstel voor de coronawet doet dat nu juist wel op een aantal punten. Een minister kan zelfstandig regels gaan stellen voor onderwijsinstellingen, voor horeca, evenementen, groepsvorming (ook bij verkiezingen), beschermingsmiddelen, enzovoorts. De Kamers mogen alleen meekijken – ze krijgen de regelingen een week voor inwerkingtreding toegestuurd. De regeling treedt na het verstrijken van die week rechtsgeldig in werking, wat het parlement er ook van vindt…

…Vooral bij het griezelige artikel 58s van de coronawet dat zegt dat de minister ‘andere maatregelen’ kan nemen, als de maatregelen op basis van de wet niet toereikend zijn. Hiermee krijgt een minister een vrijbrief om dingen naar eigen inzicht te regelen.

Het voorstel zoals het er nu ligt (ook rommelig trouwens voor wat betreft de verhouding van bevoegdheden tussen minister, burgemeesters en voorzitters van de veiligheidsregio’s) gaat veel te ver en schept een gevaarlijk precedent: het zet mogelijk een kras door 150 jaar ontwikkeling van de democratische rechtsstaat in Nederland voor een aantal kortlopende noden van nu. 

Dat kan eenvoudig anders: geef de Tweede Kamer een bekrachtigingsrecht, zoals gemeenteraden dat ook hebben bij noodverordeningen die de burgemeester bij rellen en wanordelijkheden in een gemeente vast kan stellen.

Alles bij de bron; NRC