Ook wetenschappers pleiten voor bindend toezicht op de geheime diensten
Er is veel te doen om het toezicht op de geheime diensten in Nederland. De minister van Binnenlandse Zaken heeft wetenschappers van 3 universiteiten gevraagd om samen onderzoek te doen naar het toezichtstelsel op de geheime diensten. Dat onderzoek is het lezen waard. De belangrijkste punten op een rijtje:
Het toezicht vooraf: De TIB
De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) is de toezichthouder die de toestemming van de minister om erg ingrijpende bevoegdheden in te zetten vooraf toetst. Het oordeel van de TIB hierover is bindend. Als de TIB de toestemming afkeurt, mag de bevoegdheid dus niet worden ingezet. Dat maakt haar een krachtige toezichthouder. En daarom was het even schrikken toen in het Evaluatierapport een aanbeveling werd gedaan om de bevoegdheden van deze toezichthouder drastisch in te perken. We zijn erg blij om te lezen dat de professoren daar in dit nieuwe advies tegen in gaan en aanbevelen het huidige toezicht door de TIB in stand te houden. Om te blijven voldoen aan de eisen die er in de internationale rechtspraak worden gesteld bevelen zij zelfs aan dit toezicht te versterken.
Toezicht tijdens en achteraf: De CTIVD
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) houdt tijdens en achteraf toezicht op het werk van de geheime diensten. Zij mogen zelf onderzoeken starten en schrijven hierover rapportages en doen aanbevelingen aan de minister. Zij hebben géén bindende bevoegdheden, en kunnen dus niet ingrijpen als de geheime diensten zich niet aan de wet houdt. Ook is de minister niet verplicht om de aanbevelingen op te volgen.
De lijn in de Europese rechtspraak van de afgelopen jaren laat zien dat tegenover de steeds ongerichtere bevoegdheden van de geheime diensten steeds hogere eisen worden gesteld aan het toezicht daarop. Om aan die eisen te blijven voldoen zou ook de Nederlandse toezichthouder eigenlijk moeten worden uitgerust met bindende bevoegdheden. Dit geeft de toezichthouder de mogelijkheid om in te grijpen in lopende werkzaamheden van de geheime diensten als die zich niet aan de regels houden.
Het is de vraag of een effectief stelsel van rechtmatigheidstoezicht kan bestaan zonder dat de toezichthouder beschikt over bindende interventiebevoegdheden
prof. dr. Paul Bovend’Eert, prof. dr. Rick Lawson en prof. dr. Heinrich Winter
Wil jij dat onderzoek lezen? Dat kan hier
Leestip
Naast deze analyse heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken namelijk zelf ook een analyse gedaan van de rechtspraak van het Europees Hof. Wat opvalt is dat daarin alleen gekeken wordt naar de vraag of het toezicht op dit moment aan de gestelde minimumeisen voldoet. Wij geloven dat als je een wet gaat wijzigingen, je dat beter meteen goed kunt doen. Daarom zijn we blij dat dit advies nu op de bureaus van het ministerie van Binnenlandse Zaken ligt. Dan kunnen ze in de aanloop naar het opstellen van het nieuwe Wijzigingsvoorstel op de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (de sleepwet) ook nadenken over een toezichtstelsel dat iets hoger ligt dan de laagste lat, en ook wat langer mee kan.